Vrijwilligers Weesp aan het woord
Wendy en Annemarieke wandelen elke zaterdag samen: ‘Doe het gewoon’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Als het weer het toelaat, trekt Wendy (41) op zaterdagochtend haar jas aan voor haar vaste uitje. Samen met vrijwilliger Annemarieke loopt ze een rondje van zo’n vijf kilometer door de buurt. “Ik houd van doorstappen”, zegt Wendy met een brede lach. “Soms moet Annemarieke me echt afremmen.” Annemarieke knikt: “Ze wandelt stevig door, hoor.” Toch gaat het bijna vanzelf: “We praten zo veel dat je de kilometers niet merkt.”
Wendy woont bij Philadelphia, een woonlocatie voor mensen met een verstandelijke beperking. In haar kleurrijke appartement ligt de diamond painting klaar op haar bureau en op het fornuis staat water te pruttelen voor thee. Wandelen is voor haar meer dan beweging: het is gezelligheid, structuur en even helemaal eruit zijn. “Ik zou het echt missen als het er niet meer was.”
Een band die al jaren meegaat
De twee kennen elkaar al ruim tien jaar. Ze ontmoetten elkaar tijdens Loop je Fit (TTW) , een hardloopprogramma waarbij deelnemers in het voor- en najaar van nul naar vijf kilometer trainen. “Ik liep altijd achteraan, bij de mensen die het moeilijk vonden”, zegt Annemarieke, die toen al ervaren hardloper was. “Daar liep ik vaak samen met Wendy. We hadden meteen een klik.”
Tijdens corona zag Annemarieke een oproep via Vrijwilligerscentrale Stadsgebied Weesp - Versa Welzijn: een vrouw van rond de veertig zocht een hardloopmaatje. “Ik dacht meteen: dat moet Wendy zijn.” En dat bleek zo. Inmiddels rennen ze niet meer; ze wandelen. “We worden allebei ook een jaartje ouder”, grapt Wendy.
Hun sportgeschiedenis gaat verder terug dan ze soms zelf beseffen: samen deden ze de Vechtloop, de Geinloop en zelfs de KiKaRun. Nu lopen ze een ‘kleine vijf kilometer’ elke zaterdagmorgen - als het droog is. “Wij zijn droog-weer-lopers”, lacht Wendy. “Koud vinden we niet erg, regen wel.”
Soms gaat hond Missy ook mee. “Daar praten we onderweg veel over”, vertelt ze. “Net als over vakanties, ik ga elk jaar naar de Efteling, en over mijn werk op zorgboerderij Hoogerlust.” Daar helpt ze met de koeien en andere dieren, maakt ze de keuken schoon, mest ze hokken uit en springt ze af en toe bij in de winkel. “Door dat werk ben ik van dieren gaan houden.”
Meer dan sport
Voor Annemarieke voelt vrijwilligerswerk niet vrijblijvend. “Vrijwillig, maar niet vrijblijvend”, benadrukt ze. “Ik zeg niet zomaar af omdat ik geen zin heb. Je neemt verantwoordelijkheid.” Ze werkt op de administratie van een basisschool en begeleidt al zo’n zes à zeven jaar tennisles aan mensen met een beperking. “Ik ben een zorgzaam type. Ik hou van mensen. Vrijwilligerswerk geeft me energie. Het lijkt misschien klein wat je doet, maar je krijgt er zoveel voor terug.” Bij de tennisclub in Weesp zijn binnenkort trouwens weer plekken vrij. “Je hoeft niet eens te kunnen tennissen, het gaat om het plezier en even ontspannen.”
De wandelingen betekenen voor Wendy net zo veel: “Het is leuk, gezellig en ik blijf actief. Het geeft me ritme.” Ze sport sowieso graag: ze zwemt elke week en is weer begonnen met fitness.
‘Gewoon doen’
Wendy en Annemarieke hopen dat hun verhaal anderen inspireert. “Vrijwilligerswerk hoeft niet groots of ingewikkeld te zijn”, zegt Annemarieke. “Een wandeling is soms al genoeg.” Wendy vindt dat meer mensen zich vrijwillig moeten inzetten: “Doe het gewoon! Je bouwt een band op, je helpt iemand en het is gezellig. Er is altijd wel iemand die een beetje gezelschap kan gebruiken.”
In een tijd waarin we elkaar minder vanzelfsprekend tegenkomen, laten Wendy en Annemarieke zien dat contact niet moeilijk hoeft te zijn. Een gesprek, een wandeling, even aandacht – soms is dat al genoeg om iemands week een beetje mooier te maken.
Lees meerRein ziet 89-jarige mevrouw elke week: ‘Alsof ik hem al jaren ken’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Voor veel ouderen is het geen vanzelfsprekendheid meer om eropuit te gaan. Een wandeling, een praatje of gewoon even buiten zijn kan al een wereld van verschil maken. Voor de 89-jarige mevrouw Handjes-Brandjes is de maandagochtend inmiddels heilig: dan staat Rein voor de deur. Al maanden wandelen ze samen door Weesp: altijd precies een uur, tot de klok het bevestigt.
“Ze had iemand nodig die met haar ging wandelen”, vertelt Rein, die al vijftien jaar vrijwilliger is via Versa Welzijn. “Susan koppelde ons. Ik ken haar al jaren en toen deze hulpvraag voorbij kwam, dacht ik: dat past precies.”
Een wandeling door het verleden
Wie denkt dat Rein de gids is, heeft het mis. Mevrouw Handjes-Brandjes leidt hem door straten die voor haar vol herinneringen zitten. “Hij kent Weesp wel een beetje”, zegt ze, “maar niet al die kleine straatjes. Ik vertel hem altijd waar vroeger wat zat. De melkboer… waar mijn kinderen zijn geboren… hoe het hier was toen ik jong was.” Rein geniet daar zichtbaar van: “Mevrouw is nog heel actief. En ze loopt hard hoor, die rollator gaat soms sneller dan ik! Dan zeg ik: rustig aan, anders zijn we in een half uur door heel Weesp heen.” Iedere wandeling heeft een vast ritme. “Klokslag twaalf uur vertrekken we”, zegt Rein. “En we zijn vaak precies een uur later weer terug.”
Een vrijwilliger met een groot hart
Rein begon met vrijwilligerswerk nadat hij vijftien jaar geleden door een ongeluk volledig werd afgekeurd. “Ik heb echt bewust gekozen voor ouderen. Die vertellen, die leven rustig, dat past bij mij.”
Wat hij ervoor terugkrijgt? “Heel veel. Als ik thuiskom voel ik me voldaan. Ik kom altijd vrolijk thuis met het idee dat ik iemand echt een fijne dag heb gegeven. Ik zorg voor meerdere ouderen, en soms begint het wel een beetje op mantelzorg te lijken, dan is het zwaar. Maar uiteindelijk lig ik in bed en denk ik: het was weer mooi vandaag.”
“Alsof ik hem al heel lang ken”
Mevrouw Handjes-Brandjes kwam via haar huisarts bij Versa Welzijn terecht. Ze ziet het niet als hulp, maar als een klein feestje op maandagochtend. “Ik kan nog goed lopen, alleen wordt mijn zicht steeds slechter. Dan is het heerlijk om met iemand op pad te gaan. Naar buiten, even kletsen. En Weesp is mooi, vooral langs de molen.” Ze vertelt graag: over haar jeugd in Muiden, de jaren die ze met haar man in Canada woonde, hoe ze uiteindelijk in haar huidige huis terechtkwam. “We kletsen over van alles en nog wat.”
Ze beaamt dat ze in het begin te hard liep. “Mijn zus en dochter zeiden het ook al. Nu doe ik rustig aan”, lacht ze.
Warme band
De band tussen Rein en mevrouw Handjes-Brandjes is warm en vanzelfsprekend geworden. Ze houden elkaars tempo in de gaten, luisteren naar elkaars verhalen en zien elke wandeling als iets waardevols. Rein: “Je doet iets kleins, maar voor iemand anders is het groot. Dat voel je.”
Vrijwilligerswerk hoeft niet ingewikkeld te zijn. Soms is het gewoon een uur wandelen, een herinnering ophalen, of even stilstaan bij de klok die twaalf slaat. Maar voor wie meeloopt, kan het precies dat verschil maken dat telt.
Lees meerVrijwilligerswerk brengt 94-jarige Truus en Maaike samen: ‘Je maakt echt een verschil in iemands leven’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Voor veel ouderen kan een dagelijkse boodschap, een bezoek aan de markt of gewoon een praatje een groot verschil maken. Voor de 94-jarige Truus uit Weesp is het contact met vrijwilliger Maaike een lichtpunt in haar week. Via Burennetwerk kwamen de twee met elkaar in contact, en sindsdien delen ze meer dan alleen een rondje door Weesp.
“Ik heb voor langere afstanden een rolstoel, maar ik kon daar helaas niemand bij kopen om mij mee te nemen”, grapt Truus. “En ineens belde Maaike op. Nu maken we om de week een rondje door Weesp en gaan we vaak naar de markt of het centrum. Ik ben daar echt heel blij mee.”
Waarom niet samen?
Maaike, vrijwilliger en moeder, zag een kans om iets te betekenen. “Toen onze jongste naar school ging, dacht ik: wat ga ik doen? Toen kwam de hulpvraag van Truus voorbij. Naast dat ik het echt gezellig vind om op die manier samen op pad te gaan, past het ook precies bij mijn dinsdagochtendroutine. Ik moet toch mijn boodschappen doen, waarom dan niet samen?”
De ontmoetingen zijn niet alleen praktisch; ze brengen ook verbinding en herinneringen. Truus: “Leuk om met iemand uit een jongere generatie op te trekken. We praten over van alles: dagelijkse dingen, vroeger maar ook over moeilijke tijden. Ze vervolgt: “Als we samen Weesp in trekken, of over de markt lopen, hoop ik eens iemand tegen te komen van vroeger. Maar ja, dat gebeurt eigenlijk nooit. Dat is op mijn leeftijd niet meer zo vanzelfsprekend. Nu kan ik eens wat vertellen, laten zien hoe dingen vroeger gingen. En Maaike vindt het leuk om daarnaar te luisteren.” Voor Maaike is de ervaring even waardevol. “Het voelt als een kleine moeite, maar je krijgt er zelf zo veel voor terug. Het is niet zwaar; het is vooral iets leuks waar we beide plezier aan hebben. Het is echt een toevoeging.”
Oud speelgoed
Als Maaike’s zoon vakantie heeft op school gaat hij ook graag mee naar Truus. “Hij vindt het oude speelgoed dat ik van vroeger heb zo leuk”, vertelt de 94-jarige Weesper. “Zoals deze priktol”, ze staat op om de tol uit een lade uit de kast te pakken. De eerste keer verdwijnt de tol gelijk onder de kast, maar na de tweede keer opwinden blijft de tientallen jaren oude priktol een tijdje over de grond draaien. “Ik heb zelf ook kinderen en kleinkinderen, maar die zijn inmiddels allemaal volwassen en komen ook niet dagelijks langs. Dus ik vind het altijd erg gezellig en leuk als Maaike er is, vooral met haar kleine zoon erbij.”
Win-winsituatie
De band tussen beide is inmiddels hecht en vriendschappelijk. Truus: “Ik zou het zeker missen als het stopt. Het is een win-winsituatie. Er zijn meer mensen zoals ik in de buurt die ook graag mee zouden willen, het werkt aanstekelijk.”
Vrijwilligerswerk, zo blijkt, hoeft niet groots of ingewikkeld te zijn. Het kan simpelweg een wandeling zijn, een praatje, een gezamenlijke boodschap. En soms brengt het generaties bij elkaar op manieren die je niet had verwacht. Maaike sluit af: “Er is zoveel vrijwilligerswerk te doen in de regio, er is altijd wel iets dat past. En het mooiste: je merkt dat je echt een verschil maakt in iemands leven, terwijl je er zelf net zo veel voor terugkrijgt.”
Lees meer‘Vrijwilligerswerk helpt mensen groeien, ook onszelf’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Ton Denkers-Gadella (82) en Carlita Bron-van Kanten (79) zijn de drijvende krachten achter de Taalgroep voor Vrouwen, waar anderstalige vrouwen uit Weesp samenkomen om Nederlands te oefenen. “We hebben plezier en leren van elkaar. Het is zowel voor de vrouwen van de Taalgroep als voor onszelf een verrijking,” zeggen Ton en Carlita eensgezind.
Met allebei een grote glimlach om hun mond en een stapel schriftjes in hun handen lopen Ton en Carlita heen en weer door de achterste zaal van Versa Welzijn aan het Van Houten Industriepark. Ze bereiden al kletsend de Taalgroep van deze week voor. Dat ze dat veel vaker hebben gedaan blijkt uit de vanzelfsprekendheid van hun bewegingen: de een hangt een landkaart op, de ander schuift wat met stoelen, om vervolgens samen de schriften, pennen en bordenwissers klaar te leggen.
Kinderen moesten vertalen
“Ik ben al sinds 2012 bij de Taalgroep betrokken,” vertelt Carlita. Ze groeide op in Suriname en werkte jarenlang als fysiotherapeut. “Tijdens mijn werk zag ik hoe belangrijk taal is. Ik had een oefengroep voor anderstalige vrouwen. Daar merkte ik dat taal een belemmerende factor kan zijn bij een behandeling. Soms zeggen mensen dat ze je begrijpen, maar dan is dat niet zo. Dat zorgt voor miscommunicatie en strubbelingen. Ik merkte ook dat vrouwen vaak hun kinderen meenamen naar de fysiotherapie, zodat die konden vertalen. Die vrouwen waren dus echt afhankelijk. Dat was voor mij een extra stimulans om me in te zetten voor de Taalgroep voor vrouwen.”
Taal kan deuren openen
Ton heeft een achtergrond in de pedagogiek en werkte onder andere bij de brandweer en de gemeente Weesp. “Taal is de sleutel tot verbinding, dat leerde ik al vroeg. Het kan deuren openen, maar ook obstakels vormen.” Dat laatste merkte ze tijdens haar tijd bij de brandweer. “Als iemand een brandend huis in gaat, dan moet die met de andere brandweerlieden kunnen communiceren. Er staan levens op het spel. Als er een taalbarrière is, dan is het niet veilig om in zo’n situatie samen te werken.”
Ze vertelt dat ze uit een ‘maatschappelijk geëngageerd nest’ komt. “Ik deed op mijn zeventiende al vrijwilligerswerk. Sinds ongeveer acht jaar ben ik bij de Taalgroep betrokken.”
Rekken en strekken
“De Taalgroep voor Vrouwen is een veilige plek waar anderstalige vrouwen elke donderdagmiddag samenkomen om Nederlands te praten en te oefenen,” legt Ton uit. “We richten ons niet alleen op grammatica of schrijven, het gaat juist om het toepassen. Dus hoe vraag je iets in de supermarkt of hoe leg je iets uit aan de leerkracht van je kind?”
Een bijeenkomst begint meestal met een kringgesprek. “We vragen of iemand iets heeft meegemaakt waarover ze wil vertellen,” vertelt Carlita. “En we bespreken het nieuws of dingen die spelen. Daarna is er tijd voor opdrachten en spelletjes. Halverwege doen we altijd rek- en strekoefeningen. Dat is natuurlijk bedoeld om even te bewegen. Maar zo leren we ook begrippen als ‘voor’, ‘naast’ en ‘achter’ op een speelse manier. Zo van: ga naast je stoel staan, en voor je stoel, dat soort opdrachtjes. En als we het rekken en strekken per ongeluk een keer vergeten, dan vragen ze er zelf naar,” lacht ze.
Respect en vrijheid
De groep is divers, met vrouwen van verschillende achtergronden en niveaus. “Sommigen zijn hoogopgeleid en willen Nederlands leren om te werken, anderen zijn nooit naar school geweest,” vertelt Ton.
“Iedereen accepteert en respecteert elkaar, dat is geweldig om te zien. We hebben de afspraak dat alles wat we bespreken bij de Taalgroep onder ons blijft. Die vrijheid moeten de vrouwen voelen. En dat is best ingewikkeld, want we hebben verschillende religies in de groep zitten. Maar er wordt naar elkaar geluisterd en de vrouwen stellen ook vragen aan elkaar. Ze oordelen niet. En we kunnen het echt over alles hebben.”
‘We praten ook over gezondheid’
De bijeenkomsten zijn niet alleen leerzaam, maar ook gezellig. “Vaak nemen de vrouwen iets lekkers mee om te delen,” vertelt Carlita. “Dat zijn vaak recepten uit hun cultuur, iets waar ze trots op zijn. En daar krijgen ze van de andere vrouwen dan weer waardering voor, zo mooi is dat.”
Ze vult aan dat er bij de Taalgroep ook aandacht wordt besteed aan het onderwerp ‘gezondheid’. “Zo hebben we gesproken over diabetes en gezond eten. Een van onze vrouwen gebruikt door die gesprekken nu minder suiker bij het koken. En een aantal vrouwen heeft samen een wandelgroepje gevormd. Ze bewegen nu veel meer.” De gepensioneerde fysiotherapeut straalt van trots.
Wij leren net zoveel van hen als zij van ons
Op de vraag wat dit vrijwilligerswerk zo leuk maakt, antwoordt Carlita meteen: “De energie van de groep. Iedere bijeenkomst is anders, en het is geweldig om te zien hoe de vrouwen groeien in hun zelfvertrouwen. Daarbij weet ik dat ik zinvol bezig ben, ik beteken iets voor deze vrouwen. En zij betekenen iets voor mij. Want het omgaan met verschillende mensen, culturen en denkwijzen is voor mezelf echt een verrijking. Ik zou eigenlijk willen dat dit veel meer gebeurt over de hele wereld, want zo leer je elkaar begrijpen en haal je vooroordelen weg.”
Ton knikt instemmend. “Ik vind het ontzettend leuk en leerzaam om met mensen uit verschillende landen en met verschillende godsdiensten in gesprek te gaan. Wij leren net zoveel van hen als zij van ons. En als je dan ziet dat er iets groeit in zo’n groep, dat de vrouwen het leuk hebben met elkaar en zich veilig voelen, dat is natuurlijk het allermooiste.”
Vrijwilligerswerk draait niet alleen om geven
“Het zou fantastisch zijn als meer mensen zich als vrijwilliger aansluiten bij de Taalgroep voor Vrouwen. Jongeren bijvoorbeeld, want wij worden ook een dagje ouder.” Carlita maakt aanhalingstekens bij het woord ‘dagje’ en Ton en zij schieten in de lach. “Dus uiteindelijk hebben we mensen nodig die het stokje kunnen overnemen.”
Ton verduidelijkt: “De Taalgroep voor Vrouwen is elke donderdag van 14.30 uur tot 16.30 uur. Behalve in de schoolvakanties. En als iemand geïnteresseerd is als vrijwilliger maar niet elke week kan, dan kunnen we daar natuurlijk rekening mee houden. En mocht je nog twijfelen: vrijwilligerswerk draait niet alleen om geven. Je krijgt er heel veel voor terug.”
Lees meer‘Met vrijwilligerswerk geef en krijg je een goed gevoel’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Het maakt niet uit of je al ruim veertig jaar vrijwilligerswerk doet, zoals Adri Westland, of net een paar maanden, zoals Gea Wiegman. Vrijwilligerswerk geeft je een goed gevoel, daar zijn de twee dames het over eens. “Je moet wel iets kiezen dat bij je past. En het leuke is dat je er niet alleen zelf blij van wordt, maar je maakt ook andere mensen blij!”
“Ik werkte vroeger als coupeuse,” vertelt Adri (76). “Toen ik ging trouwen moest ik stoppen met werken, zo ging dat vroeger. Maar naaien is altijd mijn hobby gebleven. Daarom ben ik vanuit Versa Welzijn als vrijwilliger naailessen gaan geven in de Wintertuin, aan vrouwen met een migratieachtergrond. Dat doe ik nu al meer dan veertig jaar,” vertelt ze stralend.
En Adri doet nog meer. “Ik ben eens per maand vrijwilliger bij het repaircafé. En ik verzorg een paar keer per jaar een creatieve middag bij Philadelphia. Dat is een woongroep voor jongvolwassenen met een beperking,” legt ze uit. “Dan maken we elke keer iets moois, zoals herfstkransen, kerststukjes, doosjes met lovertjes, enzovoort. Ontzettend leuk is dat. Natuurlijk pas ik dat wel aan op wat ze aan kunnen. Zo gebruiken we geen lijmpistool meer, omdat iemand daar een keer zijn vingers aan heeft gebrand.”
Omgaan met mensen
“Jij doet toch ook vrijwilligerswerk met mensen met een verstandelijke beperking?” Adri kijkt naar Gea, die naast haar aan tafel zit. Die knikt. “Maar wel op een andere manier dan jij. Ik werk een dag per week bij Rataplan, de kringloopwinkel. Daar werken ook mensen met een verstandelijke beperking. Ontzettend leuk om daarmee samen te werken.”
Gea (68) doet sinds augustus vrijwilligerswerk bij Rataplan. “Ik zag een advertentie in de krant staan en ik dacht: dat is echt iets voor mij. Ik heb altijd in de mode gewerkt, in winkels in Laren en Bussum. In een winkel staan en met mensen omgaan, zit echt in mijn bloed. Twintig jaar geleden raakte ik door een medische fout verlamd aan mijn benen. Toen ik solliciteerde bij Rataplan heb ik dat natuurlijk verteld en dat was geen probleem. Ik mag zitten achter de kassa. Maar dat doe ik meestal niet.” Ze glimlacht. “Als ik me met één vinger vasthoud, kan ik mijn evenwicht bewaren en kan ik staan. Dat is toch fijner.”
‘Het past bij me’
“Toen ik bij Rataplan begon wist ik niet wat me overkwam,” vertelt Gea verder. “Het is heel dankbaar werk. En ik vind het heerlijk om onder de mensen te zijn. Niet dat ik me thuis verveel hoor! Ik heb genoeg te doen.”
Adri knikt instemmend. “Ik doe het vrijwilligerswerk ook niet uit verveling. Het is gewoon een hele leuke manier om iets te doen voor anderen en om verschillende mensen te ontmoeten.” Nu knikt Gea ook. De twee dames kenden elkaar tot vandaag niet, toch zitten ze gezellig samen te kletsen met een kopje thee. Ze blijken best wat overeenkomsten te hebben. Naast dat ze allebei mensen met een verstandelijke beperking tegenkomen bij hun vrijwilligerswerk, halen ze ook allebei heel veel plezier uit hun vrijwillige activiteiten.
“Omdat ik al mijn hele leven naai, vind ik het leuk om die kennis aan anderen over te dragen,” legt Adri uit. “Dat is ook de bedoeling van de naailes: dat de mensen iets leren, maar ook dat ze hun huis uitkomen en anderen ontmoeten. En ik vind dat ook heel gezellig. De naailessen, maar ook de creatieve bijeenkomsten bij Philadelphia zorgen voor samenhorigheid en vreugde, dat geeft me een goed gevoel.”
Zo ervaart Gea haar vrijwilligerswerk ook. “Ik werk elke maandagmiddag bij Rataplan en ik ga altijd met een goed gevoel naar huis. Ik vind het leuk werk en het past bij mij. Dat vind ik belangrijk, dat je vrijwilligerswerk doet dat bij je past. En dat zelfs ik – met een verlamming aan mijn benen – vrijwilligerswerk kan doen en iets kan betekenen voor anderen. Dat is toch mooi?”
‘Fijn om iets leuks te doen’
Gea en Adri hebben ook een verdrietige overeenkomst: ze zijn allebei weduwe; Gea sinds drie jaar en Adri sinds vijf maanden. “Toen mijn man overleed had ik steun aan mijn vrijwilligerswerk,” vertelt Adri. “Het is sowieso fijn om iets leuks te doen te hebben. En de bewoners van Philadelphia hadden zelfs van hun eigen centjes een plantje voor me gekocht, dat kwamen ze toen langsbrengen. Dat vond ik zo lief.”
Lees meerHet verhaal van Casper Blok
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Vrijwillige inzet kent voor de 75 jarige Casper Blok geen geheimen. Al 25 jaar zet hij zich in als vrijwilliger. Hij startte hiermee toen hij nog werkte als maatschappelijk werker. Inmiddels is hij gepensioneerd en zet hij zich nog steeds graag in voor een ander. Wat hij zoal doet als vrijwilliger? “Een hele boel. Ik heb net iemand weggebracht naar Schiphol; ik zet mij vrijwillig in als chauffeur. Verder lees ik voor aan een Turks meisje dat de Nederlands taal moet leren. Ook bij de bibliotheek heb ik het nodige gedaan. Verder help ik mensen in de buurt met klusjes. Ik schilder bijvoorbeeld een muurtje of hang een schilderij op bij iemand thuis. Straks heb ik ook nog een afspraak, omdat ik mij ga inzetten als mentor voor mensen die ondersteuning nodig hebben.”
Wat drijft iemand om zich al zo lang en zo vaak in te zetten als vrijwilliger? “Ik vind het belangrijk om mensen die het wat minder hebben te helpen. Door mij in te zetten als vrijwilliger kan ik een ander ondersteunen. Mensen vinden het fijn dat ik hen help.”
Casper doet dus een heleboel, maar loopt er niet graag mee te koop. Hij vindt dat het vanzelfsprekend moet zijn om een ander te helpen. “Ik ga niet lopen pochen over hetgeen dat ik doe. Daar gaat het voor mij helemaal niet om. Ik doe het allemaal belangeloos.”
Op de vraag of zijn inzet een ander helpt te groeien, antwoordt hij bescheiden: “ligt eraan wat ik voor iemand doe. Ik heb wel een mooie ervaring gehad bij Ketikoti. Daar raakte ik in gesprek met een mevrouw. Dat was een heel mooi en open gesprek. Ze zei dat ze mij dingen vertelde waar ze niet vaak over kon spreken. Dat voelde voor haar heel open en bevrijdend. Andersom was het voor mij ook mooi om op die manier de verbinding aan te gaan met een ander. Dat doet mij goed.”
Casper vindt het belangrijk om alleen dingen te doen die echt iets betekenen voor een ander. “Nu ik wat ouder ben doe ik als vrijwilliger alleen dingen die ik echt leuk vind en waarbij ik echt iets kan betekenen voor een ander. Ik vind het fijn als ik mensen na een klus met een goed gevoel kan achterlaten.”
Wil je ook iets kunnen betekenen voor een ander? Kijk dan op de vacaturebank van de Versa Vrijwilligerscentrale voor leuke vrijwilligersklussen bij jou in de buurt.
Dit artikel maakt deel uit van de campagne 'Alles dat je aandacht geeft groeit'. Klik hier als je meer wil weten over deze campagne .
Lees meer‘Het voelt alsof ik familie ben van de mensen die hier wonen’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
“Elke dinsdagavond help ik bij de filmavond. Dan halen we de bewoners op en geven we ze een lekker plekje in het theater, met een kopje koffie en koekje erbij natuurlijk. Dan kijken we een film, een opera, of een tv-show van vroeger.” Met een stralende lach vertelt Sude over haar vrijwilligerswerk. Ze is zestien, zit in het eindexamenjaar van het tweetalig VWO en heeft een bijbaan bij de Dekamarkt. Toch maakt ze elke week tijd vrij om vrijwilligerswerk te doen bij Hogewey.
“Ik was heel verlegen en een beetje nerveus. Mijn moeder werkt bij Hogewey en zei dat vrijwilligerswerk goed voor me zou zijn. Hier kom je weer hele andere mensen tegen dan op school en je leert op een andere manier met mensen om te gaan. Dus toen heb ik me aangemeld. Ik vond het meteen leuk, want ik werk met hele leuke collega’s die hun waardering uitspreken, dat is fijn. Het geeft me ook voldoening om plezier te maken met de bewoners en op die manier iets bij te dragen aan hun geluk.” Glimlachend voegt ze toe: “Dit vrijwilligerswerk heeft mijzelf ook echt geholpen om mijn sociale vaardigheden uit te breiden en mijn grenzen te verzetten.”
‘Soms doen we een polonaise’
“Veertien jaar geleden is mijn man overleden,” vertelt de achtenzeventigjarige Corrie. “Toen was ik ineens alleen. Ik dacht: dan kan ik maar beter leuke dingen gaan doen, want ik ben altijd erg van het gezellig maken. Mijn schoonzus zei: ‘Ga vrijwilligerswerk doen bij Hogewey’. In eerste instantie leek me dat niks. Ik had nog nooit met dementie te maken gehad en wist niet of ik daar wel mee om kon gaan. Maar ik ben toch eens gaan kijken en werd meteen enthousiast.”
Elke woensdagavond helpt Corrie bij het borreluurtje op Hogewey. “Dan halen we de mensen op, draaien oude muziek en gaan we borrelen en dansen. Soms doen we zelfs een polonaise. Echt een feestje hoor!” Ze lacht vrolijk. “Op donderdag ben ik hier ook, eerst bij het smartlappenuur. Dan zingen we met elkaar, gezellig met een kopje koffie en een koekje. En ’s middags is het brei-uurtje, maar sommige bewoners gaan dan schilderen of kleuren.” Corries ogen beginnen te twinkelen. “Dat is zo gezellig. En het leuke is dat tijdens zo’n activiteit de gesprekken op gang komen. Vooral over vroeger. Vorige week vertelde een bewoner nog over het maandverband dat vroeger altijd aan de lijn hing. En daarna ging het ineens over petroleumstelletjes. Ondanks hun dementie weten de mensen over vroeger nog heel veel. Ik geniet van dat soort gesprekken.”
Goed gevoel
“Dit vrijwilligerswerk geeft zoveel afleiding en plezier. Ik heb ineens weer collega’s en ik leer heel veel van de jongeren die hier ook werken,” vertelt Corrie. “Natuurlijk is het ook wel eens verdrietig, bijvoorbeeld als je ziet dat een bewoner achteruitgaat, of wanneer iemand overlijdt. Soms is het ook goed dat het kaarsje uitgaat, maar het blijft verdrietig.” Ze is even stil. “Gelukkig overheerst vooral het plezier en ga ik altijd met een goed gevoel naar huis. Dan denk ik: wat was het weer gezellig en wat heb ik veel geleerd.”
Daar is Sude het mee eens. “Het is heel erg leuk en leerzaam om met ouderen om te gaan. Soms zeggen ze onbedoeld hele grappige dingen.” Ze lacht. “En ik vind het een fijn gevoel om ze te helpen en het gezellig voor ze te maken. Het voelt soms alsof ik familie ben van de mensen die hier wonen.”
Corrie kijkt bewonderend naar Sude. “Wat zeg je dat mooi! Want zo is het echt, het voelt als familie. En ik zou iedereen aanbevelen dat eens te komen ervaren, want bij Hogewey zoeken ze altijd mensen. Zelfs als je denkt dat omgaan met oude mensen niks voor je is, want dat dacht ik eerst ook. Maar het geeft me heel vele voldoening en blijheid.”
Sude knikt. “Ik hoor mensen soms zeggen dat ze niet het geduld hebben om met ouderen om te gaan. Maar vrijwilligerswerk helpt juist bij het verzachten van je hart en het vergroten van je geduld. Zo voel ik het. Het brengt blijdschap en geluk om andere mensen te helpen. En ik denk dat het heel veel mensen goed zou doen om meer goed te doen.”
Lees meer'Als het een betaalde baan zou zijn, zou ik er zo voor tekenen!’
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
‘Je hoeft geen voetbalgek te zijn om dit te doen, want er is zoveel meer’
Hilco Klinkert (42) werkt als marketing- en communicatiespecialist en zet die vaardigheden ook in als vrijwilliger bij het communicatieteam van FC Weesp. “Als je kind bij een vereniging zit, dan wordt van jou als ouder verwacht dat je iets doet. Dat vind ik heel redelijk. Bij FC Weesp kun je bardiensten draaien, of schoonmaken. Maar ik doe liever iets waar ik energie van krijg en wat ik leuk vind. Zo zet ik mijn skills nuttig in en draag ik wat bij aan de club.”
Hilco woont met zijn vrouw Fieke sinds 2017 in Weesp. Ze hebben twee zoons: Jacob van 8 en Aaron van 3. “Hiervoor woonden we in Amsterdam Oost. Daar zat ik op volleybal. Dat heb ik hier in Weesp voortgezet bij Oberon. Bij volleybal viel voor mij het kwartje: dit is een vereniging, vóór en dóór mensen. Als je lid bent wordt dus van je verwacht dat je ook iets terugdoet. Dat besef was er ook toen Jacob ging spelen bij FC Weesp.”
‘Iets wat bij me past’
Voor zijn werk als marketing- en communicatiespecialist bij ALLSAFE is Hilco dagelijks bezig met marketingcampagnes, interne en externe communicatie en alles wat daarbij komt kijken. “Omdat Jacob bij FC Weesp speelde, ging ik kijken wat ik daar kon doen. Kantinediensten draaien, schoonmaken of helpen in het klusteam waren allemaal opties. Maar ik doe liever iets wat bij me past. Het viel me op dat de nieuwsbrief van FC Weesp voor verbetering vatbaar was. Toen ik dat aangaf is het balletje gaan rollen en werd ik voorgesteld aan het net gevormde communicatieteam van de club. Inmiddels ben ik een soort chef van dit communicatieteam.”
Strakke huisstijl
Voor FC Weesp doet Hilco dus dingen die vergelijkbaar zijn met zijn dagelijkse werk. “Toch is het leuker dan werk, want de verwachtingen zijn anders en mensen zijn heel snel blij en tevreden. Ik vind het bijvoorbeeld heel leuk om me met social media bezig te houden en beeld erbij te maken. Dat doe ik voor mijn werk ook, maar bij FC Weesp heb ik veel meer vrijheid.”
Dat betekent niet dat hij zomaar alles online kan zetten, benadrukt hij. “We hebben een huisstijlboek bij FC Weesp, want iemand uit het communicatieteam werkt als UX-designer bij ING en vindt het leuk zich daarmee bezig te houden. Dat is toch geweldig? Zo komt het dat FC Weesp een hele strakke huisstijl heeft. En daar kan ik dan weer mee uit de voeten bij het maken van bijvoorbeeld de icoontjes voor alle whatsappgroepen van de club.”
Mooie plannen
Toch frustreert de vrijheid en het vrijwillige karakter van het communicatieteam Hilco soms ook. “Ik wil heel veel doen, maar er is nog zoveel meer te doen. Je kunt mooie plannen maken om iets heel goed te doen, maar als er vervolgens geen handen zijn om het uit te voeren, dan komt het niet van de grond. Daar heb ik me wel eens op verkeken. En er zijn voor het communicatieteam van FC Weesp soms ook ad hoc klusjes. Dan heeft iemand bijvoorbeeld over drie dagen een flyer nodig. We moeten dus flexibel zijn, maar daar hou ik wel van.” Hij lacht.
Bredere missie
Hilco bekent dat hij ondanks zijn betrokkenheid bij FC Weesp eigenlijk niet zoveel met voetbal heeft. “Ik ben niet zo’n voetballer, maar ik speel het nog liever dan dat ik het kijk. Gelukkig is er bij zo’n grote vereniging als FC Weesp heel veel meer te doen dan voetbalgerelateerde zaken. Je hoeft dus niet per se voetbalgek te zijn om toch iets bij te dragen.”
Bovendien is de missie van FC Weesp ook breder dan alleen voetbal, vervolgt hij. “FC Weesp zet zich ook in voor maatschappelijke betrokkenheid bij de buurt, onder andere door de kantine beschikbaar te stellen voor sociale activiteiten. Dus daar staan we als club ook voor en dat motiveert me nog meer om me voor FC Weesp in te zetten.”
‘Wat kan ik zelf doen?’
Dit vrijwilligerswerk voelt voor Hilco nooit als een verplichting. “Het is superleuk om te doen, maar je moet het wel leuk voor jezelf blijven houden. Anders raak je gedemotiveerd en dan haak je af. En dan hebben ze niks meer aan je. Natuurlijk heb ik er soms ook wel eens even geen zin in. Dan doe ik een weekje niet zoveel en dan pak ik het daarna weer op. Dat mag ook. Als je er maar over communiceert, want dat is het allerbelangrijkste.”
“Als ik het ergens niet mee eens ben, dan denk ik ook: wat kan ik hier zelf aan veranderen? Zo hebben we nu met het communicatieteam besloten dat een maandelijkse vergadering niet werkt en gaan we kijken hoe we het beter vorm kunnen geven. Het is fijn dat dat kan. Ik ben iemand die altijd aangeeft wat hij vindt en op zoek gaat naar manieren om het te verbeteren. En daar is gelukkig ruimte voor bij FC Weesp.”
Hilco denkt kort na en besluit dan: “Eigenlijk vind ik FC Weesp, mijn vrijwilligerswerk en alle aspecten die daarbij komen kijken zo leuk, dat als het een betaalde baan zou zijn ik er zo voor zou tekenen!”
Lees meerRuilen hoeft niet, je mag ook gewoon iets meenemen
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
Elze van de Wijngaart (67) runt als vrijwilliger de ruilwinkel aan de Sportparklaan in Weesp. “Mensen mogen hier spullen brengen, ruilen, of alleen maar halen, dat maakt niet uit. Maar de ruilwinkel heeft ook een sociale functie, sommige mensen komen hier gewoon voor een gezellig praatje en een kopje koffie.”
“Met mensen omgaan is mijn lust en mijn leven,” vertelt Elze van de Wijngaart. Ze is het liefst altijd onder de mensen en daarvan is haar carrière het bewijs. Bijna twintig jaar stond ze achter de bar bij café de Natte Krant. Toen dat café de deuren sloot liet Elze zich omscholen en werd ze conducteur op de tram in Amsterdam.
Maar Elzes leven verandert drastisch, wanneer ze vier jaar geleden door gezondheidsproblemen volledig arbeidsongeschikt wordt verklaard.
Ruilwinkel
“Door mijn ziekte zat ik ineens thuis. Een maatschappelijk werkster van Versa Welzijn kwam vaak bij me over de vloer en leerde me een beetje kennen. Zij wist dat ik het miste om mensen om me heen te hebben en vertelde me over het idee voor de ruilwinkel. Die moest nog helemaal opgezet worden en ze vroeg of ik wilde helpen en mee wilde denken. Nou, dat vond ik wel leuk.”
Aan de Sportparklaan 2 in Weesp, waar ook Jongerencentrum Trainspotting zit, vindt Versa Welzijn een geschikte ruimte voor de ruilwinkel. “Samen met mijn maatje Sjaak ben ik daar begonnen met schoonmaken en opknappen. Ik mocht mijn wensen uitspreken en zo werd er een pashokje en een barretje ingebouwd.”
Ondertussen spreekt Elze haar netwerk aan en zijn er veel mensen die spullen – zoals kleding, huishoudelijke artikelen, schoenen, spelletjes en keukenspullen – bij de ruilwinkel brengen. In mei 2021 opent de ruilwinkel officieel de deuren.
Ruilen is niet verplicht
Elze is de drijvende kracht van de ruilwinkel. “Maar ik doe het niet alleen hoor! Ik heb veel vrijwilligers om me heen. Mensen die zijn aan komen waaien en zijn blijven hangen. In alle soorten en maten en van allemaal verschillende nationaliteiten, hartstikke gezellig.”
Samen met de andere vrijwilligers sorteert Elze de spullen die zijn ingebracht. “Wat netjes is wordt opgehangen en mooi uitgestald. We zijn ook vaak aan het schoonmaken en opruimen, er is altijd wel iets te doen. Maar we doen natuurlijk ook vaak met z’n allen een bakkie, dat hoort er ook bij.”
De ruilwinkel is elke maandag van 10.00 tot 13.00 uur, elke dinsdag van 13.00 tot 16.00 uur en elke laatste zaterdag van de maand van 12.00 tot 16.00 uur geopend. “Mensen kunnen hier spullen brengen, ruilen, of alleen maar iets meenemen, het mag allemaal. Ruilen is niet verplicht. We hebben wel een donatiepot. Daar kopen we de koffie van. En als we iets nodig hebben voor de winkel, zoals kleerhangers, dan komt dat ook uit die pot.”
Heel gemoedelijk
In de ruilwinkel is Elze helemaal op haar plek. “Ik hou van mensen om me heen en – als ik het over mezelf mag zeggen – ik kan ook goed met mensen omgaan. Dat is belangrijk in de ruilwinkel, want deze plek heeft ook een sociale functie. Mensen komen hier voor een kopje koffie en om even te kletsen. Dat is toch leuk? Ze zien het als een uitje. En dan helpen ze vaak ook even mee als er iets gedaan moet worden.”
Elze herinnert zich dat een van haar inmiddels vaste vrijwilligers in het begin erg met zichzelf in de knoop zat. “Ze zat niet goed in haar vel, was onzeker en wantrouwend naar andere mensen. Langzaamaan heb ik haar vertrouwen gewonnen en is ze uit haar schulp gekropen. Zo heeft ze haar zelfvertrouwen teruggevonden.” Ze glimlacht trots.
“Ik laat haar nu met een gerust gevoel zelfstandig in de winkel aan de gang gaan. Het gaat zo goed met haar dat haar dochter laatst naar me toe kwam om te vertellen hoe blij ze daarmee is.”
“Met de vrijwilligers en de klanten die hier in de ruilwinkel langskomen gaat het er heel gemoedelijk aan toe. Er is geen drempel. Als mensen hier eenmaal een keertje binnen zijn geweest en merken dat we allemaal aardig en leuk zijn, dan komen ze altijd weer terug.”
"Ik word er blij van"
De vrijwilligster meldt dat spullen voor de ruilwinkel welkom zijn. “Tijdens openingstijden mag je altijd spullen brengen. Maar geen babykleren, want dat loopt niet hier. En voor echt grote dingen zoals meubels of wandelwagens hebben we geen plek. Maar kleding, of spulletjes voor in huis willen we graag.”
Aan de twinkeling die in Elzes ogen verschijnt als ze over de ruilwinkel praat, is haar plezier en betrokkenheid af te lezen. “Als ik de blije koppies zie van mensen die de winkel bezoeken, of ik krijg een compliment van iemand die het een mooi initiatief vindt, dan krijg ik daar energie en een goed gevoel van. Ik vind het leuk om mensen blij te maken, daar word ik zelf blij van.”
Lees meerMet maaltijden van gered voedsel maken we mensen blij, dat is toch geweldig?
| Vrijwilligers Weesp aan het woord
De vrijwilligers van BuurtBuik koken elke dinsdagavond in de kantine van voetbalvereniging FC Weesp een driegangenmenu van producten die anders in de prullenbak zouden belanden. Floortje Jansen is een van die vrijwilligers: ‘Iedereen die wil mag gratis mee-eten bij BuurtBuik. Echt iedereen! Dat maakt het publiek enorm divers en loopt iedereen aan het einde van de avond vrolijk de deur uit. Daar word ik echt blij van.”
Stapels dozen van een maaltijdboxleverancier, kratjes van supermarkten en een doosje met gebakjes van de bakker. Het is slechts een greep uit de producten die dinsdag aan het eind van de middag over de tafels bij FC Weesp zijn uitgespreid. Het is allemaal overgebleven voedsel, dat is opgehaald door de vrijwilligers van BuurtBuik. Vervolgens koken de chefs van BuurtBuik, ook vrijwilligers, er op dinsdagavond een gezond driegangenmenu van. En iedereen die wil mag gratis aanschuiven om mee te eten.
‘Dit is het moment’
Floortje Jansen (42) is sinds begin 2023 bestuurslid van BuurtBuik in Weesp. “Ik wilde al een hele tijd vrijwilligerswerk doen, maar met mijn baan en ook nog twee jonge kinderen lukte het me niet om het in te plannen in mijn week. Toen mijn jongste vier werd en naar school ging, dacht ik: dit is het moment.” Ze straalt.
“Ik maakte een afspraak met de Versa Vrijwilligerscentrale en daar vertelden ze me over BuurtBuik. Ik was meteen enthousiast en wist dat ik me hiervoor wilde gaan inzetten.” Lachend vertelt ze dat ze in eerste instantie van plan was om een uur per week vrijwilligerswerk te gaan doen. “Maar voor ik het wist zat ik in het bestuur van BuurtBuik. Het is ook zo leuk.”
‘Wanneer het mij uitkomt’
Gemiddeld vier uur per week, dat is wat Floortje besteedt aan haar rol als bestuurslid. “Vrijwilligers van BuurtBuik hoeven niet elke dinsdag aanwezig te zijn bij de BuurtBuikavond. Ik probeer er twee keer per maand bij te zijn. Verder onderhouden we contacten met de vrijwilligers, met leveranciers, maar ook met subsidieverleners, sponsoren en bijvoorbeeld de beheerder van de locatie. Het werk als bestuurslid is dus ontzettend divers en ik kan dat gewoon doen op momenten waarop het mij uitkomt.”
Het is ook de rol van het bestuur om contacten te leggen en onderhouden met organisaties en instellingen, legt Floortje uit. “Een tijdje geleden werden we benaderd door bewoners van het Oekraïne-huis. Een paar van hen komen af en toe bij BuurtBuik eten en ze wilden een speciaal toetje maken voor alle eters van BuurtBuik. Geweldig toch!”
Binnenkort komen de bewoners van Philadelphia – een woonlocatie in Weesp voor mensen met een verstandelijke beperking en mensen met autisme – voor het eerst eten bij BuurtBuik. “Zo ben ik ook in gesprek met andere organisaties in Weesp, die misschien ook eens bij BuurtBuik willen aanhaken. Echt iedereen is welkom: alleen, samen, groot, klein, oud, jong, rijk, arm, links, rechts, wit, zwart, praktisch, theoretisch, Nederlands of anderstalig, et cetera. En dat maakt BuurtBuik bij uitstek een plek waar mensen uit hun eigen bubbel kunnen stappen en anderen kunnen ontmoeten.”
‘Het draait om plezier’
Elke dinsdag eten er gemiddeld zestig mensen bij BuurtBuik. “Best veel hè?” lacht Floortje trots. “Maar dat is inclusief vrijwilligers. We zitten goed wat betreft het aantal ondersteunende vrijwilligers die op de dag zelf helpen. Heel fijn dat er zoveel enthousiastelingen zijn die de handen uit de mouwen willen steken.” Toch heeft BuurtBuik Weesp vacatures openstaan.
“We zijn nu met vijf bestuursleden, maar het liefst willen we er nog één of twee bij. Dan kunnen we nog beter de taken verdelen. Er staat gemiddeld een halve dag per week voor, maar ik kan uit ervaring vertellen dat het allemaal heel luchtig en relaxed is. We zijn echt een leuk bestuur.” Ze lacht hardop. “Dat mag ik wel zeggen toch? Het draait om plezier en om elke dinsdag een leuke avond op te tuigen.”
‘De chefkok bepaalt wat er gemaakt wordt’
Ook is BuurtBuik Weesp op zoek naar chefkoks, vervolgt Floortje. “Het liefst willen we elke dinsdag twee chefs die de keuken van FC Weesp kennen, een goede inschatting van de hoeveelheid ingrediënten kunnen maken en voor grote groepen kunnen koken. We hebben er nu een paar, maar het is fijner als de poule iets groter is. Je hoeft geen professionele kok te zijn, om bij BuurtBuik te koken. Maar het is wenselijk als je een beetje weet wat je doet in de keuken.”
Ze legt uit dat je als chef bij BuurtBuik om 16 uur begint op dinsdag. “Dan liggen de spullen er al die we hebben gekregen van onze leveranciers. Overigens zijn we ook altijd nog op zoek naar extra leveranciers,” voegt ze toe. “Als chef bepaal jij wat er gekookt wordt. Tuurlijk betrek je daar het keukenteam bij, maar de chefkok heeft de leiding. En dan is er een heel team dat helpt snijden, roeren, opdienen enzovoorts. Rond 20 uur is de chef meestal weer klaar. En je hoeft echt niet elke dinsdag er te zijn. Idealiter is eens per maand helemaal goed.”
‘Iets betekenen’
Op de vraag wat ze het leukst vindt aan haar vrijwilligerswerk bij BuurtBuik, antwoordt Floortje: “Die vraag raakt me. Want BuurtBuik heeft een plek in m’n hart ingenomen. Het is het antwoord op een verlangen en een wens die ik al heel lang had: iets doen en iets betekenen. Ik vind het zo leuk om op dinsdag al die blije mensen te ontmoeten en gezellig met iedereen te kletsen, met vrijwilligers en bezoekers. Mijn eigen kinderen neem ik ook geregeld mee, zodat zij ook buiten hun school en sport om andere mensen ontmoeten. Dat is nog een extra toegevoegde waarde voor mij. Zo tof dat we elke dinsdag weer een divers publiek ontvangen en een geweldige avond uit de grond stampen. Daar word ik enorm blij van.”
Wil je ook een keer komen eten bij BuurtBuik? De sfeer proeven en zien of vrijwilligerswerk bij BuurtBuik iets voor jou is? Iedere dinsdagavond wordt er gekookt in de kantine van FC Weesp. Vooraf aanmelden is niet nodig. Je bent welkom vanaf 18.00 uur.
Lees meerNaar de Versa Vrijwilligerscentrale blogs
Alles
Kennisbank voor Organisaties
Nieuws
E-learning en workshops
Vrijwilliger in beeld
Kennisbank voor vrijwilligers
Organisatie in beeld
Campagne - Alles dat je aandacht geeft groeit
Hilversumse vrijwilligers aan het woord
Vrijwilligers GM aan het woord
Vrijwilligers Weesp aan het woord
Vrijwilligers BEL aan het woord









